Een non moet erg dringend en loopt een café binnen.
Er speelt muziek en er wordt druk gepraat, terwijl af en toe de verlichting van het café voor drie tellen helemaal uitgaat en dan gelijktijdig een luid enthousiast hoera-gejuich weerklinkt.
Bij het binnen komen van de non, wordt het even stil.
De non stapt snel door naar de toog en vraagt de barkeeper of ze even naar het toilet mag gaan.
De goedwillige barkeeper zegt; “Vanzelfsprekend, gaat u maar gerust zuster, maar ik wil u wel even waarschuwen; er staat daar vanachter wel een levensgroot marmeren beeld van een naakte man met alleen een vijgenblaadje.”
“Wel, dan kijk ik gewoon de andere kant op.” Zegt de non.
De man wijst de non richting van waar de toiletten zijn in het restaurant.
Na een paar minuten komt de non weer naar binnen, het wordt even stil en dan geven de aanwezigen de non een luid applaus.
De non vraagt aan de barman; “Ik begrijp er niks van, waarom geven die mensen mij nu zo’n warm applaus?”
“Omdat ze nu weten dat u een van ons bent,” zegt de barkeeper. “Wilt u wat drinken van mij?”
“Niets, nee bedankt, maar ik snap niet waarom je klanten speciaal voor mij in hun handen klappen?” antwoord de non totaal verbaasd.
“Kijk”, lacht de barman, “Iedere keer als iemand het vijgenblaadje van het standbeeld optilt, gaat hier het licht uit.
Wilt u nu iets drinken zuster?”